Van mono naar semi-stereo
De onderstaande bewerking is bedoeld voor hen die de geluidsweergave van hun (zelfgemaakte) eensporige en/of tweesporige mono-opnamen willen verbeteren met een semi-stereo effect. Hierbij wordt de optie Galm toegepast. Er is een keuze uit verschillende effecten. Met bestaande stereo-opnamen is het ook mogelijk om die optie toe te passen. Dit gaat hierbij met de optie Stereobreedte op het uitrolmenu van de optie Galm.
Vanaf punt 1 t/m punt 5 wordt beschreven hoe je aan een enkelsporig kanaal, waar de audio reeds op staat, het noodzakelijke tweede kanaal (audiospoor) kunt toevoegen. Er is hiervoor ook een snelle manier om dat te doen door de aanwezige audio met de werkbalk- knop nr.10 te kopiëren en met knop nr.11 die audio op het lege spoor te plakken. Bij die bewerking moet erop gelet worden dat de beide beginpunten precies onder elkaar liggen. De onderstaande bewerking is veiliger omdat de sporen dan nauwkeurig gesitueerd zijn.
Bij punt 6 van de onderstaande bewerking wordt uitgelegd hoe je het geluid van de reeds op beide kanalen aanwezige audio kunt verbeteren. Op gedownloade, vaak oude mono-opnamen, zullen gewoonlijk de beide mono-kanalen reeds audio bevatten. Je hoort het geluid van die opnamen alleen in het middengebied. Bij punt 7 wordt beschreven hoe je met Audacity er een ruimtelijk effect aan kunt toevoegen dat enigszins op stereo lijkt.
1. Importeer het betreffende audiobestand. Omdat het hier gaat over een enkelvoudig monobestand, verschijnt de audio ook maar op één van de twee sporen.
2. Klik op het driehoekige zwarte pijltje dat zich boven de knop Solo bevindt, en klik op het uitrolmenu op de optie Stereotrack splitsen. De donkergrijze middenlijn wordt wit en loopt over de gehele breedte van het scherm. Je ziet nu dus twee aparte sporen die beide voorzien zijn van schuifregelaars met bijbehorende knoppen.
3. Selecteer nu het lege spoor door op het kleine lege plekje nr.23 te klikken dat zich naast de aanduiding van 32-bit float aan de linker kant van het scherm bevindt. Het betreffende spoor wordt hierna wit. Klik nu op de werkbalkknop Tracks en klik op het uitrolmenu op Tracks verwijderen. De lege track is hierna verdwenen.
4. De overgebleven audiotrack ga je nu op dezelfde manier selecteren zoals je met die vorige track gedaan hebt. Vervolgens klik je met de cursor op de werkbalkknop nr.10 om die audiotrack te kopiëren. Klik vervolgens met de cursor op de grote grijze lege ruimte nr.25 onder het aanwezige audiospoor en klik hierna op werkbalkknop nr.11 om de gekopieerde track tegen de aanwezige track te plakken. Kijk of alle schuifregelaars in de middenstand staan. Zo nodig alsnog bijstellen, anders hoor je op een bepaald spoor geen geluid meer.
5. Je hebt nu dus twee sporen met dezelfde audio erop. Selecteer nu beide audiosporen met de toets combinatie ctrl+A. Beide sporen zijn nu wit geworden. Klik nu bij het bovenste spoor op het kleine zwarte driehoekige pijltje dat zich boven de knop Solo bevindt, en klik dan op het uitrolmenu op de optie Stereotrack maken, waarna de witte scheidingslijn weer normaal donkergrijs wordt. Tot slot ga je via de knop Effecten naar de optie Normaliseren. Kies op het dialoogschermpje de optie Stereokanalen onafhankelijk normaliseren. Die optie mag je ook wel aangevinkt laten voor latere bewerkingen. Je hebt dan meestal een goede balans tussen de beide sporen. Hierna klik je op OK.
6. Dit laatste onderdeel is geschikt voor alle mono-opnamen waarbij (na import) beide sporen van audio voorzien zijn/werden, dus ook na de voltooiing van de bovenstaande bewerking. Bij de onderstaande bewerkingen moet de audio steeds vooraf geselecteerd zijn. Voor het verwijderen van eventuele storingen in de audio lees je de bewerking hiervan via de link Storingen verwijderen aan de rechterkant van deze pagina. Je kan eventueel de lage en de hoge tonen naar eigen smaak bijstellen. Dit gaat ook weer via Effecten met de optie Bass en treble of de optie Equalizer. Het gebruik van die opties lees je via de link Instellingen bass en treble. Als je de lage tonen hebt versterkt, kan het nodig zijn om hierna de geluidssterkte via de knop Effecten met optie Normaliseren de standaard geluidssterkte te herstellen.
7. Om de audio een ruimtelijk semi-stereo effect te geven klik je na het selecteren weer op de werkbalkknop Effecten en kies je daar de optie Galm. Via de knop Beheren op het dialoogscherm ga je naar Fabrieksinstellingen waar je uit verschillende effecten kunt kiezen. Aan de optie Kerkhal zal meestal de voorkeur gegeven worden. Na het gekozen effect kan je met het instellingenmenu dat tevoorschijn komt, verder experimenteren met de schuifregelaars. Onderstaand zie je een beschrijving van de betekening van de opties. Tot slot klik je op OK als je de gekozen instellingen wilt toepassen. Als laatste ga je nogmaals naar Effecten en klik je ook nu weer op de optie Normaliseren. Hierdoor krijgt de audio weer de standaard geluidssterkte. Onderstaand zie je de uitleg over de Galm-optie. Deze heb ik uit het Engels vertaald en waar mogelijk verduidelijkt.
Kamergrootte (%): stelt de grootte van de gesimuleerde ruimte in. 0% is als een kast, 100% is als een enorme kathedraal of een groot auditorium. Een hoge waarde simuleert het nagalmeffect van een grote kamer en een lage waarde simuleert het effect van een kleine kamer.
Pre-delay (ms): vertraagt het begin van de nagalm voor de ingestelde tijd na het begin van de originele invoer. De maximale pre-delay is 200 milliseconden. Zorgvuldige aanpassing van deze parameter kan de duidelijkheid van het resultaat verbeteren.
Galm (%): Stelt de lengte van de nagalmstaart in. Dit bepaalt hoe lang de nagalm doorgaat nadat het oorspronkelijke geluid dat nagalmt tot aan het einde, en dus de levendigheid van de ruimte-akoestiek simuleert. Voor elke gegeven nagalmwaarde zal de staart groter zijn voor grotere kamergroottes.
Demping (%): Het verhogen van de demping produceert een meer gematigd effect. De nagalm neemt niet zoveel toe en de hoge frequenties verminderen sneller dan de lage frequenties. Het simuleert de absorptie van hoge frequenties in de nagalm.
Lage tonen (%): Als je deze regelaar lager instelt, worden de lage frequentie-componenten van de nagalm verminderd, waardoor een minder dreunend effect ontstaat.
Hoge tonen (%): als je deze regelaar lager instelt, worden de hoogfrequente componenten van de nagalm verminderd, waardoor een minder helder effect wordt gecreëerd.
Natte gain (galmversterker) (dB): deze verhoogt het volume van de nagalm ten opzichte van de nagalmverzwakker.
Droge gain (galmverzwakker) (dB): deze verzwakt het volume van de nagalm ten opzichte van de nagalmversterker.
Stereobreedte (%): Stelt alleen voor stereotracks de schijnbare breedte van het nagalmeffect in. Als je deze waarde verhoogt, wordt er meer variatie tussen het linker- en rechterkanaal toegepast, waardoor een ruimer effect wordt gecreëerd. Indien ingesteld op nul, wordt het effect onafhankelijk toegepast op de linker en rechter kanalen.
Alleen nat (galmversterker): wanneer dit besturingselement is geselecteerd, wordt alleen de toegevoegde nagalm in de resulterende uitvoer weergegeven en wordt de oorspronkelijke audio verwijderd. Dit kan handig zijn bij het bekijken van het effect, maar in de meeste gevallen moet je dit uitschakelen bij het toepassen van dit effect.
Deze optie kan worden gebruikt om alleen een nagalmtrack te maken, die je vervolgens enigszins kan mixen met de originele audiotrack.
Met de bovenstaande bewerkingen kan je veel mooie mono-muziek (ook van YouTube) upgraden naar semi-stereo. Alle opnamen van YouTube moeten in de GemistDownloader altijd als MP3 opgeslagen worden om ze in Audacity te kunnen bewerken. Na de bewerking kan je de audio in een zelf gewenst type, MP3 of WAV, exporteren (opslaan).
Maak jouw eigen website met JouwWeb