Opnemen vanaf externe bronnen
Het is ook mogelijk om in Audacity audio in te voeren met een microfoon en vanaf andere apparaten zoals een cassetterecorder en pickup door deze met een kabel aan te sluiten op het microfoon-ingangscontact van de PC en daarna te bewerken. Hierbij vermeld ik nog even, dat er diverse verloopstekkers in de handel zijn van o.a. USB naar 3,5 mm Jack.
Met het microfoon-icoontje dat zich vlak naast de opnamesterkte-meter nr.20 bevindt kan je vooraf de opnamesterkte voor de microfoon en de andere apparaten bekijken. Met de bovenste schuifregelaar aan de linkerkant van het scherm stel je de opnamesterkte in. Door nogmaals op het microfoontje te klikken wordt de instelling beëindigd. Voor de start van de invoer en opname in Audacity moet op de opnameknop nr.8 met de rode punt geklikt worden. Klik vooraf op de balk van de opnamesterkte meter nr.20 om hem te activeren. Het bijstellen van die meter komt overeen met hetgeen reeds beschreven staat over de opname/weergave-meter die eronder staat. Om de opname te stoppen klik je op stoptoets nr.5. Door nogmaals op de opnamemeter te klikken wordt deze uitgeschakeld. Met de microfoon kan je rechtstreeks een spoor met spraak invoeren. Je kan vooraf ook met een microfoon een spraakbestand op de PC maken en daarna in Audacity importeren. Je kan de spraak uitbreiden met achtergrondmuziek op het aangrenzende audiospoor. Op plaatsen waar dat nodig is, kan je het volume van de achtergrondmuziek op bepaalde plaatsen met knop nr.2 verlagen. Nadat je op die knop geklikt hebt verandert de cursor in een soort grijper waarmee je eerst op de dunne grijsblauwe basislijn van het muziekspoor met de cursor een beginpunt en verderop een eindpunt klikt, het gebied waar het geluid zachter moet worden. Er verschijnen hierbij enkele witte punten op zowel de bovenste als de onderste lijn van het muziekspoor. De basislijn tussen de twee puntgroepen kan je nu met dezelfde cursor op enkele plaatsen naar boven  duwen, maar ook weer terugtrekken. Hierbij zie je dat gelijktijdig het muziekspoor tussen die puntgroepen versmald wordt, waardoor het geluid bij afspelen op die ruimtes zachter wordt. Start het geluid en controleer het resultaat. Bij ontevredenheid herhaal je de bewerking door nogmaals op knop nr.2 te klikken, of op knop nr.14. Het geluid moet wel eerst met de stopknop nr.5 (niet met pauzeknop nr.3) uitgeschakeld worden. De verdwenen punten worden dan weer zichtbaar en kan je opnieuw beginnen met instellen.