Het volume normaliseren met de opties Normaliseren, Versterken en de Compressor
Het zal meestal gewenst zijn om de geluidssterkte van alle tracks op ongeveer gelijke hoogte te brengen. Er zijn vier mogelijkheden om dit uit te voeren. Gebruik na elke allerlaatste geluidsbewerking van elke audiotrack altijd de optie Normaliseren. Soms moet deze optie bij bepaalde bewerkingen vaker toegepast worden als er meermaals in dezelfde track met geluidseffecten gewerkt moet worden. Als je dat soms vergeet heb je geen goed overzicht meer en kan  je de weg kwijtraken. Controleer nu en dan de spoorbreedte van de audio. Dat is bv. nodig bij de bewerking van Mono naar semi-stereo.

1. Selecteer eerst de betreffende track die hiervoor bewerkt moet worden. Zorg ervoor dat de schuifregelaars altijd in de middenstand staan. Ga dan via de knop Effecten naar Normaliseren. Zet en houd de waarde op −1,0 dB en vink de optie Stereokanalen onafhankelijk normaliseren aan. Met die waarde krijgt de betreffende track de maximale normale geluidssterkte waarbij de langste pieken van de track nog volledig zichtbaar blijven. De langste pieken houden enkele millimeters afstand van de onderste en de bovenste grenslijn. Omdat het normaliseren niet automatisch gebeurt, moet deze optie steeds voor elke audiotrack handmatig geactiveerd worden met de knop OK op het dialoogschermpje. De toepassing van de optie Onafhankelijk normaliseren is voor de meeste stereotracks gunstig voor het steeds verkrijgen  van een goede stereo-balans.

2. Als het geluidsspoor na normalisatie tamelijk smal blijft kan dit komen door een of meer vrij lange pieken die de verbreding van het spoor blokkeren. De lange pieken zijn namelijk de bastonen c.q. de hardste geluiden in een spoor. Probeer het volgende: selecteer zo'n lange piek eerst ongeveer en vergroot hem met knop nr.21. Selecteer de piek tot slot nogmaals met de cursor van knop nr.1, maar nu heel precies. Ga naar Effecten en klik op Versterken. Met optie kan je de audio niet alleen versterken maar ook verzwakken. Vul nu op het dialoogschermpje een lagere dB-waarde in en klik hierna op OK. Gelijktijdig zie je hoeveel de piek verkleind wordt. Maak de piek echter niet te kort, anders verdwijnt de bastoon van die piek en kan het audiospoor hierdoor te breed worden. Die bewerking kan je eventueel corrigeren door eerst de gedane bewerking terug te draaien met knop nr.14 en bij de volgende bewerking de dB-waarde te wijzigen. Tot slot gebruik je nogmaals de optie Normaliseren om te zien of de spoorbreedte van de track nu voldoende verbreed is. De opties Versterken en Normaliseren kan je echter ook plaatselijk op een spoor en een track toepassen. De instellingen doe je naar wens.

3. Als er zich tamelijk veel lange pieken op het audiospoor bevinden, probeer je het met de Compressor die zich ook onder de knop Effecten bevindt. Hiermee kan je de dynamiek/volume van het audiospoor wijzigen; het lage tonen gebied wordt zichtbaar verzwakt. Deze optie bevat 5 instellingen: Drempelwaarde, Ruisdrempel, Verhouding, Invalstijd en Release-tijd. De onderste vier instellingen hoef je niet te wijzigen; je houdt ze standaard en respectievelijk op de waarden -40 dB  2:1  0,2 sec. 1,0 sec. De bovenste instelling, de Drempelwaarde,  kan je naar wens wijzigen tussen  -10 dB  en  -15 dB.  Met die bovenste schuifregelaar wordt nl. de sterkte van de compressie ingesteld. Je moet dan kijken of de langste pieken voldoende teruggetrokken worden, maar niet te ver. Bij het verschuiven van de regelaar naar rechts wordt de compressie verminderd, en bij het verschuiven naar links wordt de compressie versterkt; het spoor wordt hierdoor smaller. De compressor kan je ook op een zelf bepaald gedeelte van het spoor toepassen. Onderaan dat dialoogschermpje staan ook nog 2 hokjes die eventueel aangevinkt kunnen worden. Het hokje voor Normaliseren op 0 dB na compressie  kan je beter niet aankruisen omdat je anders de  totale lengte van de langste pieken niet altijd meer kunt zien en het resultaat van de bewerking zie je dan ook niet. Het tweede hokje met de benaming Piekgebaseerd compresseren kan je eventueel wel aankruisen om de dynamiek/volume van een tamelijk smalle track te versterken, waardoor de breedte van het audiospoor automatisch wordt vergroot. Soms kan je de verbreding preciezer verrichten door de drempelwaarde van de compressor te wijzigen naar een lagere waarde, eventueel naar  -1dB. Als je dit een keer gedaan hebt, kan je die handeling enkele keren herhalen met de optie Herhalen Compressor die bovenaan op het uitrolmenu van Effecten staat. Als je hiermee klaar bent moet je wel het vinkje weghalen bij de optie Piekgebaseerd compresseren, want die optie wil je waarschijnlijk niet op elke track toepassen; dat vinkje gaat namelijk niet vanzelf weg.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb